Na zes zeer goede maanden daalt het ondernemersvertrouwen bij de Vlaamse bouwkmo’s fors. Dat blijkt uit de recente bouwbarometer van Bouwunie, de sectororganisatie die de kmo’s en zelfstandigen in de bouwsector vertegenwoordigt. Hoewel het werkvolume op een voldoende hoog niveau blijft en de agenda goed gevuld is, zorgen de krapte op de arbeidsmarkt, de recente prijsstijgingen en de onzekerheid rond de verdere gevolgen van de covidpandemie voor een onrustige start van het jaar. Bouwunie vraagt snel extra steun voor bouwkmo’s die investeren in de het aanwerven en opleiden van niet geschoold personeel.
De bouwbarometer, de kwartaalstudie van Bouwunie die peilt naar het ondernemersvertrouwen van de kmo-bouwbedrijven, zakt fors. “Na een desastreus 2020 was er sinds 2021 een zeer sterke heropflakkering. Maar de positieve tendens die we toen zagen wordt quasi volledig gefnuikt”, zegt Jean-Pierre Waeytens, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie.
Volle orderboeken
Opmerkelijk is dat niet de orderboeken het probleem zijn, die geraken nog steeds goed gevuld.
91 procent van de bevraagde bouwondernemers heeft vandaag voldoende werk. Bij 3 bouwbedrijven op 4 is de agenda voor meer dan 3 maanden gevuld. Een vijfde daarvan heeft nog werk voor meer dan 9 maanden.
Hoge materialenprijzen
De verwachtingen voor een vlotte werking in 2022 worden dus niet getemperd door gebrek aan werk, maar wel door de omstandigheden. 92% van de bouwondernemers vindt de abnormale prijsstijgingen van producten en grondstoffen een ernstig knelpunt. 60% verwacht trouwens nog extra prijsstijgingen in de eerstkomende weken.
Jean-Pierre Waeytens: “De vele prijs- en kostenstijgingen vreten aan de rendabiliteit van de bouwbedrijven. Ondertussen pieken de energieprijzen en nemen de inflatie en de loonkosten toe. De leveringsproblemen voor tal van producten en materialen blijven aanslepen en zorgen voor vertragingen. Die bedraagt gemiddeld een 4-tal weken maar loopt voor bepaalde producten op tot een aantal maanden. Hier hebben onze ondernemers weinig vat op. We roepen nogmaals op tot begrip bij de consument.”
Krappe arbeidsmarkt
De grootste uitdaging waar de bouwbedrijven mee te kampen hebben is de krapte op de arbeidsmarkt. De aanwervingsbereidheid is groot, maar het vinden van nieuwe, bekwame mensen is moeilijk. Maar liefst driekwart van de bouwkmo’s geeft aan hiermee problemen te ondervinden. Daarenboven hebben de bouwbedrijven nog af te rekenen met quarantaines en besmettingen bij het personeel en hun omgeving. Dit zorgt ervoor dat de meeste bouwondernemers geen al te hoge verwachtingen hebben voor 2022. Één bouwbedrijf op 3 vreest een status quo of economische achteruitgang, en dat op een moment dat de orderboeken goed gevuld zijn. “
Steun bouwkmo’s die ongeschoold personeel aanwerven
De krapte op de arbeidsmarkt gekoppeld aan de huidige coronaperikelen brengt de continuïteit van de kmo-bouwbedrijven in gevaar. Om de instroom in de sector te vergroten pleit Bouwunie voor een significante lastenverlaging voor bijkomende tewerkstelling van ongeschoolde arbeiders.
Jean-Pierre Waeytens: “Hierdoor verlagen we niet alleen de drempel om extra mensen aan te werven, het biedt de werkgevers ook de broodnodige extra ruimte om op de werkplek opleiding te voorzien. Er komt veel werk af op de bouw, en daarvoor zijn vele handen nodig. Om doelgroepen als laaggeschoolden en langdurig werklozen te integreren in de bouwsector en hen de stiel aan te leren, moeten kmo-bouwbedrijven veel tijd en middelen investeren. De kmo’s dreigen hier de concurrentieslag te verliezen met grotere bedrijven die vaak beschikken over eigen vormingsfaciliteiten. Willen we de bouwkmo’s én niet-geschoolden maar werkwilligen nog kansen bieden, is deze extra steun tijdens de opleidingsperiode onontbeerlijk. Tenslotte moet het ook bespreekbaar zijn om de sterk stijgende loonkost tijdelijk te compenseren met een loonlastenverlaging.”
Soepele overuren voor de bouw zijn een feit
Bouwunie is tevreden dat vanaf 20 januari de wijziging van het typische overurenstelsel voor de bouw (KB 213) eindelijk een feit is. Vanaf dan kan er anderhalf uur per dag worden overgewerkt in plaats van één uur, zonder dat een arbeider verplicht wordt om op jaarbasis meer overuren te presteren. Dit is de uitvoering van wat is afgesproken in het vorig sectoraal akkoord.
Dit overurensysteem zorgt ervoor dat arbeiders die bijkomende inspanningen wensen te leveren zeer goed beloond worden, want ze houden er netto meer aan over dan aan een normaal uur. Deze bijkomende uren blijven ook betaalbaar voor de werkgever. “Naar flexibiliteit is dit alvast een stap in de goede richting”, besluit Jean-Pierre Waeytens.
© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer