Verdeling van Europese cofinanciering is een garantie voor uitvoering van Vlaams herstelplan volgens Vlaamse Confederatie Bouw. De Vlaamse regering kan voor 2,25 miljard euro Europese cofinanciering krijgen voor haar relanceplan van 4,3 miljard euro. Dat zijn de federale regering en de deelstaatregeringen zopas overeengekomen. Dit akkoord biedt belangrijke budgettaire garanties voor de uitvoering van het Vlaamse herstelplan en is volgens de VCB (Vlaamse Confederatie Bouw) een positief signaal voor een heropleving van de bouwconjunctuur.
Meer dan 60% van het Vlaamse herstelplan heeft betrekking op bouwactiviteiten. De uitvoering ervan zal, samen met andere overheidsinvesteringen zoals in de Oosterweelverbinding, in de bouw en de bouwverwante sectoren meer dan 20.000 jobs opleveren. Een snelle uitvoering is noodzakelijk omdat momenteel een ruime helft van de bouwbedrijven met minder gevulde orderboeken te kampen heeft en de VCB de komende jaren een terugval van de activiteiten op onder meer de kantoor- en de retailmarkt verwacht.
De snelheid waarmee het Vlaamse herstelplan kan worden uitgevoerd, vergt wel een aantal hervormingen. Dat uitgangspunt deelt ook de Europese Commissie in haar veerkrachtplan. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat de vergunnings- en onteigeningsprocedures moeten worden versneld. Zeker voor de grotere bouwprojecten die in het Vlaamse herstelplan zijn opgenomen, is dit cruciaal. Hervormingen in die zin zijn trouwens in het Vlaamse herstelplan opgenomen. De verdere digitalisering van de procedures die eveneens in het Vlaamse herstelplan is opgenomen, kan hiervoor eveneens soelaas bieden.
Het is ook belangrijk de verschillende geplande ingrepen zoveel mogelijk te bundelen om zo de realisatie ervan te versnellen. Een groot aantal geplande werken vergen trouwens een samenwerking tussen verschillende domeinen en publieke opdrachtgevers zoals de uitvoering van waterwerken en van werken in het kader van de strijd tegen de droogte, de bovenlokale en lokale fietspadenaanleg en de aanpak van gevaarlijke kruispunten, stadsvernieuwing, kernversterking en de realisatie van smart cities. In een aantal gevallen is dus ook een coördinatie tussen Vlaamse en gemeentelijke overheden vereist. Die coördinatie moet dan zeker vlotter verlopen dan dit nu toe het geval was bij bijvoorbeeld de aanleg van rioleringen.
Voor de versnelde realisatie van een aantal programma’s is het bovendien belangrijk meer ruimte te geven aan alternatieve samenwerkingsvormen, zoals publiek-private samenwerking (PPS) en bouwteamwerking. In dit verband moet de federale overheid de wet op de bescherming van de architecten aanpassen. Op Vlaams niveau moeten de overheden bij PPS de knowhow van de private sector voldoende valoriseren en de deelnemende bedrijven degelijk vergoeden voor het geleverde denkwerk aan concepten en ontwerpen.
bron: VCB
© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer