Uit de enquête van de Vlaamse Confederatie Bouw bij de Vlaamse wegenbouwbedrijven is gebleken dat de overgrote meerderheid nu minder werk heeft dan voorheen maar tegelijk ook minder orders in portefeuille heeft dan voorheen en bovendien voor de toekomst nog minder orders verwacht.
Voor de gemeentelijke overheden heeft maar liefst 86% van de wegenbouwers minder werken dan een jaar geleden, heeft 76% nu minder orders en verwacht bovendien 76% een verdere daling van het aantal orders binnen een jaar. Maar ook voor de gewestelijke en andere overheden heeft 76% momenteel minder werk dan een jaar geleden, heeft 69% nu minder opdrachten in portefeuille en verwacht 69% op korte termijn een verdere vermindering.
ORI, de brancheorganisatie van de advies- en ingenieursbureaus, stelt trouwens een zelfde neerwaartse trend vast voor het voorbereidend studiewerk voor infrastructuurwerken. Ook dat is weinig belovend voor de toekomst.
Voor slechts een beperkt aantal wegenbouwers biedt werken voor private opdrachtgevers een uitweg.
Combinatie van tegenvallende factoren
De wegenbouwbedrijven worden tegelijk met twee tegenvallende factoren geconfronteerd. In de eerste plaats krijgen zij te maken met de fors dalende mobiliteitsinvesteringen van de gemeentelijke overheden. Maar ook op Vlaams niveau zijn er nu verschillende factoren die tot een daling van de investeringen aanleiding geven.
Zelfs met de beloofde extra middelen afkomstig uit de inkomsten uit de kilometerheffing voor vrachtwagens, die voor 2016 op 100 miljoen euro worden geschat, zal er geen ruimte zijn voor extra investeringen in wegeninfrastructuur. De 100 miljoen euro die tot nu toe jaarlijks vanuit het FFEU (Financieringsfonds voor Eenmalige Investeringsuitgaven) naar de verbetering van gevaarlijke kruispunten ging, is intussen immers weggevallen.
Negatieve spiraal keren
Hoe deze negatieve spiraal keren? Het FFEU bevat nog voor minstens 40 miljoen euro aan middelen voor de uitvoering van wegenwerken die nog geen concrete bestemming hebben gekregen. Voor de wegenbouw is het cruciaal dat deze middelen zo snel mogelijk een concrete bestemming krijgen.
Een deel van het Verkeersveiligheidsfonds dat minister Weyts wil oprichten met inkomsten uit verkeersboetes, moet naar de aanleg van veilige wegen gaan. Dit fonds mag dus niet uitsluitend voor sensibilisering en trajectcontrole worden bestemd.
Daarnaast hopen VCB en ORI dat de kilometerheffing voor vrachtwagens in 2017 dubbel zoveel investeringen in wegenbouwwerken zal opleveren dan nu wordt voorspeld voor 2016.
De investeringsbehoeften zijn enorm. Dat is onder meer gebleken uit de lijst van dringend noodzakelijke weginvesteringen die de Vlaamse overheid heeft opgesteld in het kader van het investeringsplan van commissievoorzitter Jean-Claude Juncker: voor 3,5 miljard voor de Oosterweelverbinding en voor 1,5 miljard euro voor andere missing links in de wegeninfrastructuur zoals de noord-zuidverbinding in Limburg, de ringweg rond Ronse, de wegen rond de Gentse haven.
Europese cofinanciering in combinatie met PPS wordt cruciaal om deze werken uitgevoerd te krijgen zonder het krap investeringsbudget voor reguliere werken te belasten.
Meer investeringen in infrastructuur nodig
Ten gronde is het belangrijk politiek en publiek te sensibiliseren rond de dwingende noodzaak om in België meer te investeren in infrastructuur. De infrastructuuruitgaven liggen in België lager dan gemiddeld in Europa. Uitbreiding van de weginfrastructuur is belangrijk om de logistieke positie van onze regio niet in gevaar te brengen. Gedegen onderhoud is van belang omdat elke onderhoudsbeurt die nu wordt uitgesteld, exponentieel hogere uitgaven in onderhoud met zich mee brengt voor de toekomst.
(bron: VCB)
www.vcb.be© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer