Meer investeringen in rioleringen en in drinkwaterinfrastructuur zijn nodig

Aandachtspunten in de domeinen milieu en ruimtelijke ordening

1. Investeringen in rioleringen, ook op gemeentelijk vlak en in drinkwaterinfrastructuur

Bouwunie apprecieert zeer sterk de omzendbrief die eind vorig jaar werd genomen over de aanwending van de gemeentelijke saneringsbijdrage en de gemeentelijke saneringsvergoeding. Het is immers van groot belang dat de opbrengsten van deze bijdragen terug geïnvesteerd worden in de uitbouw en het onderhoud van het gemeentelijk rioleringsnetwerk. Een monitoring hiervan is dan ook onontbeerlijk.

Daarnaast bereiken ons ook berichten dat gemengde projecten soms worden tegengehouden omdat de gemeenten niet over voldoende middelen beschikken om te investeren. Als wij de vertegenwoordiger van de VVSG spreken, geeft deze ook aan dat de gemeenten de volgende jaren 20 tot 30% minder zouden investeren in infrastructuur. Bovendien zou de vertraging bij een deel projecten te wijten zijn aan oeverloze vergaderingen, ingewikkelde procedures, onvoldoende coördinatie en daadkracht. Niemand bewaakt het proces waardoor de samenstelling en de afronding van de aanbestedingsdossiers te lang duren. Vaak wordt in dergelijke dossiers het studiebureau wel belast met een soort van coördinatietaak, maar dit gaat enkel over de technische kant van de zaak en niet over de organisatie van het werk of over de financiën. Bouwunie stelt daarom voor om bij gecombineerde dossiers (waar diverse partners bij betrokken zijn) één coördinator aan te duiden die het dossier-proces bewaakt en kan en mag beslissen. Bouwunie zou dit graag verder bespreken met de minister.

Ook de investeringen in drinkwaterinfrastructuur hebben te lijden onder het gebrek aan middelen van de lokale besturen. In het kader van de lopende raamcontracten bij de Watergroep is bv. de ervaring dat deze zeer traag op gang komen. Ook hier spelen vermoedelijk de gemeentelijke financiën en nieuwe bestuursploegen een belangrijke rol. Uit de presentatie van de CEO van De Watergroep op een raad van bestuur van Bouwunie Infrastructuurwerken bleek immers dat de investeringen op het vlak van netsanering en -vernieuwing op het huidige investeringsniveau gehandhaafd zouden blijven, maar dat er budgettair geen extra ruimte beschikbaar was. Pas vanaf 2017 – en dit gedurende een periode van 8 jaar – zouden de budgetten worden verdubbeld om alzo het hoofd te bieden aan de problematiek van het grote volume aan lekverliezen ingevolge de veroudering van het drinkwaterleidingnet.

Bouwunie vraagt voor al deze investeringen de speciale aandacht van de minister. Wij lezen immers in het Vlaams regeerakkoord dat er over gewaakt zal worden dat drinkwatermaatschappijen en rioolnetbeheerders de nodige investeringen zullen doen in productiecentra, distributie-infrastructuur en saneringsinstallaties. Ook staat erin dat steden en gemeenten of de rioolnetbeheerders bij het aanleggen, het herstellen en het onderhouden van de rioleringen zullen worden gesteund. Allemaal zeer hoopvolle intenties, maar Bouwunie vraagt zich af hoe één en ander zal worden geconcretiseerd.
 

2. Verwijdering verlaten leidingen en kabels

De vorige Vlaamse regeringen hebben zeer zwaar ingezet op KLIP (Kabel- en Leiding Informatie Portaal) en tegen 1 januari 2016 zou KLIP digitale fase een feit moeten zijn. De planaanvrager kan vanaf dan een geïntegreerde digitaal plan raadplegen via een online en offline beschikbare viewer. Het belang hiervan voor de sector kan niet overschat worden!
Aangezien Bouwunie hier van in het begin nauw bij betrokken was, vragen wij om te blijven ijveren voor een vlotte invoering van KLIP digitale fase en voor de verdere noodzakelijke stappen om te komen tot een volwaardige digitale atlas van de ondergrond. De kennis en expertise die Vlaanderen in dit dossier opbouwt, kunnen zonder twijfel tot voorbeeld strekken van andere regio’s en landen.
Waar echter ook dringend werk van gemaakt moet worden, is de verplichte verwijdering van verlaten leidingen en kabels. Zij vervuilen immers de ondergrond en stellen aannemers die moeten werken in de ondergrond vaak voor de vraag : deze leiding is niet opgenomen op de plannen. Is hij vergeten? Verlaten? … Zeker wanneer er toch werken in de ondergrond bezig zijn, zouden deze nutteloze kabels en leidingen best meteen verwijderd worden. Dit vermijdt het achteraf opnieuw moeten openbreken van weg of voetpad.
Tijdens de vorige legislatuur had de minister hiervoor al een initiatief genomen. Wat is de stand van zaken?

3. Duidelijke en eenvoudige krijtlijnen voor ruimtelijke ordening

Bouwunie vraagt stedenbouwkundige regels die niet te strak zijn en mee evolueren met de moderne tijden en noden. Bouwunie stelt de noodzaak vast om te gaan naar meer verdichting en hogere bebouwing, mede gelet op de grondschaarste.
. Voorbeeld 1: het voorzien van een bouwvrije strook van 5m aan de rand van de bebouwde kom (hoewel geen duinengebied, bos enz.), is ingegeven door historische redenen, maar niet hedendaags;
. Voorbeeld 2 : een extra verdiep in landelijke gemeenten zou op bepaalde plaatsen (in en rond de kern) aangewezen zijn. Nu is het maximum vaak : gelijkvloers, 2 verdiepingen en dak. Bouwunie vraagt dan ook een duidelijk kader met minima & maxima zodat overal dichtere, compactere en hogere bebouwing is toegestaan.

4. Voldoende betaalbare bouwgronden, met aandacht voor vrije kavels en voldoende industrieterreinen

Bouwunie vraagt beleidsactie inzake industrieterreinen:
. Voldoende aanbod voor bouwbedrijven is één zaak
. Een andere zaak is: de voorwaarden voor vestiging op zo’n bedrijventerrein Voorbeeld: het houden van een breekinstallatie is vaak verboden op industrieterreinen waardoor het alternatief dan vaak enkel bestaat in het uitwijken naar een andere site, tientallen kilometers uit de regio, en is dus geen oplossing voor de bedrijfsleider.

In het Vlaams regeerakkoord lezen we dat een actief grondbeleid zal worden gevoerd, volgens een dubbel spoor. Meer kavels gelegen in woonzone moeten op de markt komen en het aanbod moet worden verhoogd door woonuitbreidingsgebieden verantwoord aan te snijden. Dit is uiteraard positief, maar Bouwunie wenst hier zeker de aandacht te trekken op de nood aan voldoende “vrije” kavels, dit zijn bouwgronden waarbij men niet verplicht is te bouwen met een aannemer of projectontwikkelaar.

5. Soepele en snelle aflevering van stedenbouwkundige vergunning

. In het Vlaams regeerakkoord lezen we het streven naar eenvoudige en rechtszekere procedures, waarbij meer vertrouwen zal worden gegeven aan de gemeenten. Bouwunie ondersteunt dit en hoopt dat dit op korte termijn zijn vruchten zal afwerpen.

. In het Vlaams regeerakkoord wordt expliciet vermeld dat de mogelijke toepasbaarheid van de lex silentio zal worden onderzocht. Bouwunie staat hier positief tegenover. Waaraan denkt de minister en op welke termijn?

. In het Vlaams regeerakkoord lezen we dat zal worden gestart met een multisectoraal onderzoek met het oog op de maximale integratie en vereenvoudiging van allerlei attesten (elektriciteit, riolering, EPB, afkoppeling water,…). Bouwunie zou graag betrokken worden bij dit onderzoek en bij de evaluatie van de resultaten omdat we hiertoe vanuit de praktijk zeker een positieve bijdrage kunnen leveren.

. Bouwunie is vragende partij voor oplossingen voor complexe investeringsprojecten. Wij hebben ons volledig vastgereden in procedures en adviezen e.d.

. Archeologisch vooronderzoek: het voorziene uitstel tot er voldoende erkende archeologen zijn, is ok, maar dit dossier heeft een blijvende bezorgdheid bij onze leden. Omwille van de hogeren kosten voor de bouwheer en de vertraging die dit veroorzaakt voor het project !

6. Voldoende controle bij grondverzet

Sinds 10 jaar staat in de Vlarebo regeling een specifieke regeling rond grondverzet, waarbij de bodembeheerorganisaties een belangrijke rol spelen. Toch is er in het luik handhaving nog een belangrijke rol weggelegd voor de overheid. Handhaving is immers het sluitstuk van deze regelgeving. Hoe ziet de minister dit?

Voorbeeld: een case waarin een TOP definitief geschrapt wordt door bv. Grondwijzer. (afnemen van het certificaat). In dit geval kan deze TOP gedurende 6 maanden niet overstappen naar Grondbank. Dit is het gevolg van afspraken tussen OVAM en de BBO.
Het bedrijf doet echter gewoon verder in de illegaliteit maar zonder zich weg te stoppen. Wanneer dit gemeld wordt aan OVAM, weten die hier ook geen weg mee. Bouwunie vraagt om dergelijke problemen afdoend op te lossen.

7. Opletten met nieuwe verplichtingen

Bouwunie wenst aandacht te vragen voor de administratieve rompslomp waarmee bouwbedrijven te maken hebben. De administratieve mallemolen waar bouwbedrijven zich dagdagelijks moeten doorworstelen is enorm. Alvorens nieuwe verplichtingen worden opgelegd (genre terugnameplicht, identificatieformulier afvalstoffen, …) moet er goed overwogen worden of dit daadwerkelijk een meerwaarde betekent.

(bron: bouwunie)