Embuild verwacht terugval van 2,2% voor infrastructuurwerken vanaf 2025

Gepubliceerd op 09-09-2024 16:57

De bouw- en installatiesector is sinds eind 2021 amper gegroeid. Daarin komt jammer genoeg geen beterschap, integendeel. Slechts 14% van de bouw- en installatiebedrijven verwacht tussen nu en eind dit jaar beterschap op het vlak van activiteit, rendabiliteit, tewerkstelling en investeringen, zo blijkt uit onderzoek van Embuild. Voor de eerste helft van 2025 gaat slechts 18% van de bedrijven uit de sector uit van beterschap. De vooruitzichten zijn dus niet goed. Als gevolg daarvan zal de activiteit van de bouw- en installatiesector in 2025 wellicht met 0,5% dalen. “De nood aan bijkomende woningen, renovaties en infrastructuur is nochtans groot. We roepen de komende regionale en federale regeringen dan ook op om de vraag naar woningen, renovaties en infrastructuur te ondersteunen door de btw, vergunningen, registratierechten, premies, waarborgen, leningen en investeringsbudgetten beter in te zetten”, zegt Niko Demeester, CEO van Embuild. “Dat moet gebeuren om de woon- en mobiliteitscrisis aan te pakken en het heeft ook een positief effect op de overheidsopbrengsten.”

Bouw- en installatiesector blijft slabakken komend werkjaar

Uit onderzoek van Embuild, waaraan 239 bouw- en installatiebedrijven hebben deelgenomen, blijkt dat bij 53% van de bedrijven hun orderboek minder tot veel minder gevuld dan normaal is, bij 12% is het zelfs bijna leeg. Bij 61% is het aantal contacten voor potentiële nieuwe contracten sinds dit voorjaar gedaald. Slechts bij 15% is dat aantal contacten toegenomen.

Daarnaast blijven de vooruitzichten voor de komende maanden slecht. Tussen nu en eind dit jaar verwacht slechts 14% van de bedrijven uit de sector beterschap qua activiteit, rendabiliteit, tewerkstelling en investeringen: 52% gaat uit van een stabilisatie en 34% van een verslechtering. Wat de eerste helft van 2025 betreft, gaat slechts 18% uit van een verbetering: 39% verwacht een stabiele situatie, 43% een achteruitgang. Illustratief voor de huidige moeilijke conjunctuur: 7 op de 10 bouw- en installatiebedrijven vrezen hun prijzen te moeten verlagen, vooral omwille van onvoldoende bestellingen op dit moment en om marktaandeel te winnen. Een dergelijke prijsconcurrentie is op termijn bijzonder nefast in een sector met lage winstmarges, zowel voor de bouwbedrijven als voor de klanten.

Ook 2025 belooft dus opnieuw een moeilijk jaar te worden voor de bouw- en installatiesector. Dat blijkt ook uit een macro-economische analyse van Embuild. In 2025 zal de volledige sector wellicht een activiteitdaling kennen van 0,5% en zal het voor de meeste subsectoren lastig zijn, zoals blijkt uit onderstaande prognoses voor 2025.

Nieuwbouw woningen: -1,2%

Renovatie woningen: +1%

Bouw nieuwe gebouwen: +0,8%

Renovatie gebouwen: -1,9%

Infra: -2,2%

Bouw algemeen: -0,5%

 

Niko Demeester, CEO van Embuild: “De bouw en de renovatie van woningen en gebouwen zullen het ook de komende maanden moeilijk blijven hebben, terwijl we als samenleving net extra woningen moeten voorzien en ons renovatieritme minstens moeten verdrievoudigen. Een bijkomende tegenvaller is dat de infrastructuurwerken vanaf 2025, na twee sterke jaren, opnieuw riskeren sterk terug te vallen. Dat gebeurt dikwijls na verkiezingen, maar is bijzonder nefast nu, want onze infrastructuur (scholen, ziekenhuizen, waterwegen, fietspaden, …) heeft net extra investeringen nodig om aan de hedendaagse en toekomstige noden te voldoen.”

Nu nieuwe regeringen gevormd worden, is het volgens Embuild essentieel om stimulerende maatregelen te nemen om urgente maatschappelijke kwesties aan te pakken, zoals de groeiende wooncrisis, de hardnekkige files en de verouderde publieke infrastructuur. De bouw- en installatiesector kan een cruciale rol spelen in het oplossen van deze problemen, maar heeft daarvoor, ondanks de moeilijke budgettaire omstandigheden, beleidsondersteuning nodig. “Meer bouw- en renovatieactiviteiten zijn ook goed voor de schatkist: zij zorgen immers voor meer overheidsinkomsten. Daarom vragen we dat het toekomstig beleid op elk niveau gevoerd wordt vanuit een doordachte visie op de bouw- en vastgoedsector”, besluit Niko Demeester.