De bouwbarometer verbetert lichtjes in het eerste kwartaal van 2023, maar scoort nog altijd ondermaats. 97,2 is een vol indexpunt beter dan de score van het laatste kwartaal van 2022, maar is nog altijd ver verwijderd van de ‘gezonde’ grens van 100,0 waar optimisten en pessimisten elkaar in evenwicht houden. Dat betekent dat het bouwondernemersvertrouwen weliswaar minder negatief is, maar nog niet dat het hersteld is. Positief is dat de orderboekjes opnieuw wat verder in de tijd gevuld zijn. Maar de dalende winstgevendheid is een grote en belangrijke bron van ongerustheid.
Afkoeling werkvolume maar beterschap in zicht
36% van de bouwbedrijven heeft nu minder werk dan in december, terwijl 15% nu meer werk heeft. Dat wil zeggen dat de activiteit in de bouw is afgenomen. Ook de vooruitzichten op korte termijn zijn niet onmiddellijk zo rooskleurig. 1 op 3 verwacht ook in de eerstvolgende weken minder werk te hebben tegenover maar 16% die meer opdrachten kunnen afwerken.
De orderboekjes zijn wel iets verder in de tijd gevuld dan op het einde van vorig jaar. 36% heeft nog voor minder dan drie maanden werk (in het vierde kwartaal was dat bij 4 op 10 het geval). 26% van de ondervraagde bouwbedrijven heeft nog voor minstens een half jaar werk (in het vorige kwartaal was dat maar 18%). Op langere termijn lijkt de bouwactiviteit zich dus te herpakken. Of dat inderdaad het geval zal zijn en we weer mogen spreken van een normalisatie, is nog koffiedik kijken.
Tewerkstelling blijft op peil want niemand wil goede medewerkers kwijt
Ondanks het lagere huidige werkvolume is er weinig bereidheid om in te krimpen op vlak van personeelsbestand. 13% van de bouwbedrijven denkt aan ontslagen, terwijl 10% extra mensen wil aanwerven. Vorig jaar was dat wel nog beter. Toen dacht maar 8% aan inkrimping en 1 op 5 wilde toen extra mensen aantrekken. Nu houden de meeste bouwbedrijven hun personeelsbestand min of meer op peil. De meeste bouwberoepen zijn knelpuntberoepen en de arbeidsmarkt is nog altijd krap. Goede vakmensen zijn en blijven gegeerd. Wie wil aanwerven, klaagt over hoe moeizaam dat wel gaat. Van de bouwbedrijven die in de jongste maanden een vacature wilden invullen, slaagde maar 23% daar goed in. Bij 13% lukte dit met veel moeite en bij de overige 64% is dit niet gelukt.
Dalende winstgevendheid tast financiële gezondheid aan
De winstgevendheid van de bouwbedrijven staat al een hele tijd onder druk door de hogere bouwmaterialenprijzen, de gestegen loonkosten en de duurdere energie die ook de vervoerskost opdrijft. Deze hogere kosten zijn niet altijd, moeilijk of onvoldoende doorrekenbaar naar de klanten toe.
30% van de bouwbedrijven zegt dat hun winstgevendheid de jongste maanden is afgenomen. Bovendien spreekt 1 op 3 (31%) over een toename van het aantal slechte betalers. Meer klanten betalen hun facturen te laat of maar gedeeltelijk. En 28% ziet de concurrentie toenemen, wat ook druk op de prijzen zet. 32% van de bouwbedrijven verwacht dan ook een verdere daling in de winstgevendheid. 13% verwacht een verbetering.
52% van de ondervraagde bouwbedrijven werkt vandaag met winstgevende prijzen, wat eigenlijk een
evidentie zou moeten zijn voor alle bedrijven (ter vergelijking: in het vorige kwartaal was dat 58% - de situatie verslechtert dus). 4% werkt met verlieslatende prijzen (dat is hetzelfde als vorige keer). De rest werkt break-even, wat ook de financiële gezondheid van deze bedrijven aantast. Ze hebben geen geld om reserves op te bouwen of investeringen te doen. De druk op de winstgevendheid uit zich ook in het stijgend aantal faillissementen in de bouw. In 2022 gingen in Vlaanderen maar liefst 1.080 bouwbedrijven failliet, het hoogste aantal ooit. En ook in de eerste maanden van 2023 ligt het aantal faillissementen nog hoog. Zoals vorig kwartaal gemeld, is het financieel gezond houden van het bedrijf de grootste bron van ongerustheid bij de Vlaamse bouwondernemers. En er is dus nog geen beterschap op dat vlak.
De ‘tevredenheid met de economische situatie’ is nog altijd laag. Er is maar 10% van de bouwbedrijven die zegt die OK te vinden. 54% is uitgesproken ontevreden. Dat zijn er veel. Te veel wellicht. Maar toch wat minder dan vorig jaar. In het laatste kwartaal van 2022 was 6 op 10 ronduit ontevreden over de economische situatie, in het derde kwartaal 3 op 4.
De bouwbarometerbevraging wordt afgenomen bij een vast panel van Vlaamse bouwkmo’s (zowel algemene aannemers als woningbouwers, ruwbouwaannemers, schrijnwerkers, installateurs van technieken, schilders, dakwerkers, wegenbouwers, infrabedrijven, …) en dit 4 x per jaar. Het zijn dus dezelfde bedrijven die elk kwartaal dezelfde vragen beantwoorden. Dit laat toe om echt te vergelijken en evoluties te zien.
https://www.bouwunie.be/nl/news/BouwbarometerQ12023
© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer