In juni verzamelden SIGMA en MATEXPO pers en genodigden voor de voorstelling van het Economisch Dossier en de komende vakbeurs. Voor dit en volgend gaf Sigma-voorzitter Dries Van Haut zowel positieve als negatieve factoren aan. De verwachte daling in verkoop door COVID-19 viel al bij al mee, en voor 2021 zijn de signalen gunstig. Maar de schaarste aan staal en andere onderdelen zullen de prijzen en levertermijnen van bouwmachines opdrijven.
Voorwoord SIGMA-voorzitter Dries Van Haut
“Dat er een daling van de verkoopcijfers in materieel zou komen na verschillende opeenvolgende recordjaren stond in de sterren geschreven. De schrik zat er echter dik in dat het door corona een steile val zoals in 2008 zou worden, omdat een onverwachte crisis wel eens een zwaar negatief sneeuwbaleffect heeft. Gelukkig zijn we daarvan gespaard gebleven. In grote lijnen kunnen we stellen dat de daling zeker duidelijk was, maar alles in acht genomen toch nog beperkt bleef en we eindigen het jaar met nog steeds relatief hoge verkoopaantallen, als we over een wat langere termijn terugkijken in de tijd. We mogen dus eigenlijk heel blij zijn, dat de materieelsector in deze rare tijden nog steeds hoge volumes aan de man kan brengen”, stelt Dries Van Haut.
“Waar het in sommige andere sectoren kommer en kwel is, zijn onze sectoren goed gespaard gebleven van de impact van de covid-pandemie. Uiteraard hebben wij ook last gehad van de eerste golf en de lockdown. De algemene economische activiteit kwam bijna volledig stil te liggen gedurende bijna twee maanden. Maar daarna veerde de economie op in onze sector en werd er opnieuw duchtig geïnvesteerd. Zeker de investeringen in infrastructuur kenden een boerenjaar. Uiteraard is dit in de hand gewerkt door het eindelijk toewijzen van een aantal heel grote infrastructuurwerken, de voornaamste daarvan rond Antwerpen. Maar hoe lang kunnen we deze hoge verkoopvolumes nog aanhouden”.
"De fabrikanten van bouwmachines krijgen te maken met haperingen in hun aanvoer. Bepaalde machines, componenten of producten zijn niet in voldoende aantallen leverbaar. Daardoor lopen de levertermijnen sterk op en kunnen er minder machines verkocht worden. Ook onze klanten lopen hier tegen aan. Bepaalde houtsoorten en isolatiematerialen zijn bijna niet meer verkrijgbaar, waardoor bouwprojecten soms helemaal stilvallen. En dan wordt er ook niet meer enthousiast in machines geïnvesteerd natuurlijk. Stijgende energieprijzen en prijzen van olie en gas zijn ook al niet bevorderlijk voor het algemene prijsniveau. De grootste impact voor onze producten komt echter ongetwijfeld van de beschikbaarheid en prijs van het staal. Begin 2021 is de prijs simpelweg geëxplodeerd en zijn de levertermijn extreem lang geworden. Fabrikanten maken gewag van prijsstijgingen van 50% en zelfs 150% voor bepaalde staalproducten. Uiteraard leidt dit tot prijsverhogingen van verschillende procenten en men verwacht zelfs dat er nog meer tussentijdse staalprijssupplementen komen.”
“Als we iets verder aan de horizon kijken, naar het post-corona tijdperk, zijn er twee zaken die mij grote zorgen baren. Enerzijds de golf aan falingen of bedrijven die in de problemen komen als de steunmaatregelen wegvallen. Bij onze directe klanten zal dat waarschijnlijk goed meevallen, maar in de algemene economie verwacht ik daar toch een duidelijke weerslag van. En als onze economie in zijn geheel klappen krijgt, delen wij meestal in de brokken. Anderzijds heeft de overheid massaal veel kosten gemaakt om deze crisis het hoofd te bieden. Al die uitgaven moeten ooit terugbetaald worden. Ik wil de grootte en de aard van deze uitgaven niet bekritiseren. Ik vind dat onze overheden een zeldzame blijk van redelijk bestuur gegeven hebben. Waar ik echter wel ongerust in ben, is bij wie men in de toekomst de middelen gaat halen om deze put te vullen. Al te vaak is dat het hardwerkende individu of de behoorlijk presterende kmo. Dat zijn nu net de profielen van de bedrijven en medewerkers van onze leden en klanten”.
sectie Brugerlijke Bouw
Algemeen kunnen we stellen dat de markt gedaald is, in het bijzonder voor de grote machines. Gedaald, maar niet gecrashed, “slechts” -23%. En dat in een Covid jaar! Heeft Covid dan geen invloed gehad? Wie zal het zeggen? Een ding is zeker: indien er geen Covid-19 was geweest, dan werd er geschreven, dat de daling van de markt compleet normaal was. Na 5 jaar gestage groei sinds 2014, en met absolute recordjaren in 2018 en 2019. Evenals vorige jaren doen de minigravers het merkelijk beter. Hier noteren we een daling van slechts -4%. Minus 4 % tegenover het record jaar 2019, waarmee 2020 het tweede hoogste jaar blijft. Het lijkt er wel op dat elk zijn eigen minigraver wil. Logisch dat er quasi geen stijgers zijn, behalve dan de subsectie van hele kleine wielladers (-60Hp), die met +5%, de enige categorie is die noemenswaardig stijgt in aantallen. Voor asfalt afwerkingsmachines, walsen, brekers en zeven ontbreken we een belangrijke speler en zijn de cijfers onvoldoende representatief.
Zoals voorgaande jaren, merken we ook nu onderlinge verschillen. Deze worden in detail toegelicht in het Economisch dossier (hier downloaden), waarin ook andere categorieën (generatoren - lift-trucks) worden toegelicht.
https://sigmafederation.be/nl/https://www.matexpo.com/Gratis toegangskaart Matexpo© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer