Aannemers lozen opgepompt water op bouwwerven nog te vaak rechtstreeks in de riolering. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir wijzigt daarom in het licht van de Blue Deal de milieuwetgeving: lozen in de riolering wordt onder meer uitgesloten wanneer er een oppervlaktewater of hemelwaterafvoer is binnen 200 meter van de werf. “De strijd tegen droogte en waterschaarste is er een die we allemaal samen moeten aangaan.”
Maar bemalingen zijn niet alleen zaak voor aannemer en bemalingsbedrijf. Vlaamse Confederatie Bouw roept alle partijen op hun verantwoordelijkheid te nemen.
Zuhal Demir past milieuregels aan om minder werfwater te verspillen
Aannemers lozen opgepompt water op bouwwerven nog te vaak rechtstreeks in de riolering. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir wijzigt daarom in het licht van de Blue Deal de milieuwetgeving: lozen in de riolering wordt onder meer uitgesloten wanneer er een oppervlaktewater of hemelwaterafvoer is binnen 200 meter van de werf. “De strijd tegen droogte en waterschaarste is er een die we allemaal samen moeten aangaan.”
Een goed beheer van onze grondwatervoorraden is belangrijk. De voorbije jaren was er vooral door de droogte en de droogtemaatregelen veel aandacht voor het lozen van bemalingswater, wat vaak onnodig weggepompt wordt richting de rioleringen. In het kader van de Blue Deal kondigde Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir daarom aan de regelgeving aan te scherpen.
Grondwater lager dan in Spanje en Zuid-Italië
“Uit recent satellietbeeldenonderzoek blijkt dat ons land een van de Europese landen is die het zwaarst getroffen worden door de extreme droogte. Ons grondwater staat een pak lager dan normaal en daarmee doen we het slechter dan Spanje en Zuid-Italië. We zitten met de vierde laagste waterbeschikbaarheid van alle OESO-landen. Het is daarom hoog tijd dat we in Vlaanderen opnieuw ruimte maken voor water via grootschalige investeringen, maar ook dat we water zo goed mogelijk zinvol benutten. Dat is het opzet van de Blue Deal die de Vlaamse regering vlak vorige zomer afsloot”, zegt Zuhal Demir.
Beperken, infiltreren, hergebruiken of terug naar een waterloop
Daarom wijzigt Demir de milieuwetgeving om de strijd tegen droogte en waterschaarste optimaal aan te gaan.
Als een bemaling tijdelijk noodzakelijk is om werken te kunnen uitvoeren of nutsvoorzieningen aan te leggen, moet het onttrokken volume bemalingswater eerst en vooral maximaal beperkt worden.
In het ideale geval wordt het water dat toch opgepompt is, terug in de grond gebracht via retourputten, infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten op of naast de bouwwerf. Maar ook als dat technisch of praktisch niet kan, zal het weldra niet zomaar toegelaten zijn om het water zomaar te lozen in de riolering.
De eerstvolgende stap is het hergebruik van het bemalingswater, voor zover er geen indicaties zijn dat het bemalingswater potentieel verontreinigd is. De aannemer kan uiteraard zelf gebruik maken van het water, maar kan daarvoor ook aftappunten inrichten. Buurtbewoners, landbouwers of gemeentelijke groendiensten kunnen dan van het water gebruik maken. Zo gaat het niet langer verloren en sparen we heel wat drinkwater of grondwater uit.
Blijkt ook dat niet mogelijk, dan moet het bemalingswater afgeleid worden naar de dichtstbijzijnde waterloop of, in het geval er een gescheiden riolering aanwezig is, naar de regenweerafvoer. Lozen van water in de riolering wordt onder meer verboden wanneer er een oppervlaktewater of hemelwaterafvoer is binnen 200 meter van de werf.
Enkel als voorgaande oplossingen niet haalbaar zijn, bijvoorbeeld door het veroorzaken van wateroverlast voor derden, mag er geloosd worden op de openbare riolering
“Beperken, infiltreren, hergebruiken en terug naar een waterloop brengen. Pas als al die stappen ondernomen zijn of onhaalbaar bleken, kan het een optie zijn om water te lozen in de riolering. Zowat 90 procent van het grondwater dat opgepompt wordt op bouwplaatsen belandt in de riolering. Dat getal moet naar beneden”, klinkt het bij Demir.
Bouwsector als deel van de oplossing tegen droogte
De nieuwe milieuwetgeving voert ook een soepelere regeling in voor het opnieuw laten infiltreren van bemalingswater waarvoor geen milieukwaliteitsnorm bestaat. Zo zullen er meer mogelijkheden zijn om grondwater dat van zichzelf al licht vervuild was, opnieuw in de grond te brengen. “De strijd tegen droogte en waterschaarste is er een die we allemaal samen moeten aangaan. De bouwsector kan daarbij nog meer een deel van de oplossing zijn. Mensen storen zich dan ook terecht als ze voorbij een bouwwerf komen waar het water zomaar weggepompt wordt naar de riolering terwijl er talloze alternatieven zijn. Door de regelgeving aan te scherpen zorgen we ervoor dat water maximaal nuttig gebruikt kan worden, de bodem opnieuw infiltreert om onze watervoorraad aan te vullen én voorkomen we maximaal verspilling van ons blauwe goud”, besluit Demir.
VCB roept alle partijen op hun verantwoordelijkheid te nemen
Voor het bouwen van woningen en appartementen en de aanleg van wegen en rioleringen is het vaak noodzakelijk dat grondwater tijdelijk wordt opgepompt. Hier op een meer duurzame manier mee omgaan, door minder water op te pompen en minder water te lozen in de riolering, is één van de uitdagingen waarvoor de bouwsector zich de voorbije jaren al inspande. Naar aanleiding van de verscherping van de milieuregels op het water op de bouwplaatsen die minister Demir wil doorvoeren, onderschrijft de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) de principes van de bemalingscascade (beperken, retourneren/infiltreren/hergebruiken, lozen op oppervlaktewater en dan pas lozen op riolering). Maar tegelijk wijst de VCB erop dat iedereen dan op dit vlak zijn verantwoordelijkheid moet nemen: ook de opdrachtgevers en de gemeentelijke overheden.
“De aannemers kunnen vooral een bijdrage leveren en de hoeveelheid opgepompt water beperken door maximaal in te zetten op automatische sturing, waarbij enkel water wordt opgepompt wanneer het grondwater te hoog staat en een risico vormt voor de bouwwerkzaamheden. Boorbedrijven geven aan dat hierdoor 10 à 25 % minder water opgepompt wordt, afhankelijk van de bouwplaats” zegt Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB.
Maar als men verder wil gaan, zullen ook de andere actoren in het bouwproces moeten meewerken. De mogelijkheden voor het toepassen van retourneren, infiltreren en hergebruiken worden volgens de VCB best al vroeger in het bouwproces onderzocht. In de ontwerp- en studiefase van het bouwproject is meer ruimte om het potentieel van deze technieken in te schatten en de technische en economische randvoorwaarden te bepalen. Zo ontstaat ook een gelijk speelveld voor alle aannemers in de aanbestedingsfase.
Marc Dillen: “Wij roepen de opdrachtgevers dan ook op om van bij hun concept de nodige studies uit te voeren, zoveel mogelijk al zelf de omgevingsvergunning voor de bronbemaling aan te vragen en in overleg te treden met de lokale besturen om op voorhand al de mogelijkheden te onderzoeken om bronbemalingswater te lozen. De opdrachtgevers zijn vaak al langer bezig om een omgevingsvergunning voor hun bouwproject te krijgen. Maar zij houden er vaak geen rekening mee dat nadien nog heel wat onderzoek en voorbereiding nodig zal zijn alvorens de aannemer vervolgens een aparte omgevingsvergunning kan krijgen enkel en alleen voor de uitvoering van de bronbemaling en alvorens de werken dan van start kunnen gaan.
Bij de uitwerking van hun concept hebben opdrachtgevers meer tijd om tegelijk te onderzoeken op welke wijze de hoeveelheid water kan worden gereduceerd, welke mogelijkheden van nuttige toepassing op grotere schaal kunnen worden toegepast en hoe het lozen op rioleringen kan worden vermeden.
Wij roepen ook de gemeentebesturen op om in hun gemeenten, zeker wat de stedelijke kernen betreft, na te gaan hoe voor alle bouwwerken de juiste oplossingen kunnen worden uitgewerkt, zoals collectieve infiltratie-gebieden en mogelijke afspraken met potentiële afnemers van niet-verontreinigd bronbemalingswater, enz. Vooral op kleinere percelen in stedelijke omgevingen is plaatsgebrek een hindernis die retourneren of infiltreren niet mogelijk maakt.”
Over het ter beschikking stellen van bemalingswater wil de VCB nog meegeven dat er zeker voldoende aandacht moet besteed worden aan de kwaliteit van het water en de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden voor de aannemer. Niemand wil legionella verspreiden tijdens warme zomermaanden. Niemand wil een hardnekkig geurprobleem creëren in woningen doordat toiletten gespoeld worden met bemalingswater waarmee de regenwaterput gevuld is en dat bepaalde bacteriën bevat.
Vanuit de praktijk stellen aannemers ook vast dat er, ondanks de aandacht in de media, maar weinig belangstelling is voor afname van het bemalingswater. Op een meer structurele wijze water ter beschikking stellen, zoals in het project in Leuven waar het water van de bouwplaats gebruikt wordt in de productieprocessen van Stella Artois, heeft een veel grotere impact. Ook hier kunnen lokale besturen bouwbedrijven ondersteunen om een afzetmarkt te zoeken zodat het opgepompte water nuttig en structureel kan worden aangewend.
“Om op een meer duurzame manier om te gaan met bemalingswater moeten alle actoren in een bouwtraject hun verantwoordelijkheid nemen, zowel opdrachtgevers, architecten, studiebureaus en aannemers als boorbedrijven, maar ook beleidsmakers, vergunningsverleners en handhavers hebben een belangrijke rol te spelen.”, besluit Marc Dillen van de VCB.
De VCB organiseert samen met VLARIO op dinsdag 15 juni 2021 een webinar voor steden en gemeenten over bemalingen. Meer informatie: http://www.vcb.be/events-detail?id=1594.
© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer