Zowat 4,5 miljard euro aan infrastructuurwerken en een uniek evenwicht tussen mobiliteit en leefbaarheid. Het zijn maar twee van de redenen die het Oosterweelproject een echte hefboom maken voor de ganse bouwsector. En bij uitbreiding voor de volledige Vlaamse economie. Na een lang participatietraject en jaren van intensief overleg is de complexe omgevingsvergunning binnen. Het signaal voor heel wat aannemers om hun veiligheidsschoenen aan te trekken en zich voor honderd procent te geven voor Oosterweel. “Na een coronajaar geeft dat extra veel zin om er terug in te vliegen”, klinkt het bij bouwheer Lantis.
Het Oosterweelproject draagt een hele geschiedenis met zich mee. Wat initieel begon als ‘het rondmaken van de Antwerpse Ring’ is doorheen de jaren uitgegroeid tot een pioniersproject, waar optimale mobiliteit en een aangename leefomgeving hand in hand moeten gaan. Zelfs op de zogenaamde logistieke draaischijf van België. “De plannen en de vergunning die vandaag op tafel liggen, zijn gaandeweg gegroeid. Uit nieuwe inzichten, actuele uitdagingen en vooral uit uitgebreid overleg met alle betrokken partijen. De aannemers en de besturen, maar zeker ook de omwonenden”, zegt Annik Dirkx, woordvoerster van Lantis. In 2002 werd het opgericht onder de naam BAM, de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel. In 2019 veranderde de naam naar Lantis, wat staat voor Leefbaar Antwerpen door Innovatie en Samenwerking. “Die naam vat perfect onze visie op het Oosterweelproject. Participatie en overleg vormde het kloppend hart voor het concept van de Oosterweelverbinding.”
2020 ALS SLEUTELJAAR
Ook voor de bouwsector was 2020 een moeilijk jaar. COVID-19 zette de handrem bruusk op en werkzaamheden stonden tijdelijk on hold. Voor Lantis had 2020 evenwel een gouden randje. De langverwachte omgevingsvergunning werd afgeleverd. Dat betekende meteen ook dat Lantis op amper een halfjaar tijd zo’n vier miljard euro aan infrastructuurwerken kon gunnen. “Aan veelal Belgische bedrijven”, benadrukt Annik Dirkx. “Ons aannemerspallet omvat de brede expertise en talentenpool uit eigen land. We dekken alle disciplines. Daar mogen we terecht trots op zijn. Tot de slimme infrastructuur van de verkeerstunnels toe. Die leveren we niet casco op, maar die zitten vol met innovatieve technologie. Engie Fabricom staat hiervoor in. Verder hebben grote aannemers zoals Jan De Nul, BAM Contractors(*), Besix, Stadsbader en nog veel meer zich geëngageerd om dit ambitieus project mee vorm te geven.” Het Oosterweeldossier is al bijna een kwarteeuw oud. Toch zijn het vooral de afgelopen jaren die cruciaal waren voor het verkrijgen van de vergunning. Annik Dirkx: “In 2017 hebben we een Toekomstverbond gesloten, een engagement om te tekenen en te ontwerpen in overleg met de omgeving. We zijn samen rond de tafel gaan zitten. Zonder logge bedrijfsstructuren en in maximale openheid.” Dat intensieve voortraject nam extra tijd in beslag, maar Lantis is ervan overtuigd dat er bij de uitvoering net tijdswinst geboekt zal worden, doordat eventuele bezwaren en procedures tot het minimum beperkt zullen blijven. “En nu kunnen we beginnen, de definitieve ontwerpen worden de komende maanden op punt gezet. Ondertussen zijn we gestart met de aanleg van het tijdelijk bouwdok in Zeebrugge. Deze zomer staan dan onder meer de voorbereidingen voor de aanleg van de tijdelijke R1 op de planning.”
VIJF GROTE DEELWERVEN
Oosterweel wordt nu al de “werf van de eeuw” genoemd en daar zijn enkele redenen voor. Om te beginnen wordt het de derde grootste werf van Europa. Bovendien is het de meest complexe werf die België al kende. Om even te illustreren: de vergunningsaanvraag telde duizenden pagina’s. Dankzij een goede samenwerking met de bevoegde administraties kon de vergunning toch binnen de bestaande procedures verwerkt worden. Nu moeten de aannemers nog hun uitvoeringsvergunningen aanvragen vooraleer ze echt aan de slag kunnen. Maar de moeilijkste horde lijkt genomen.
DE GROTE ONBEKENDE
De puzzel is gelegd. De ruwe planning is klaar, de aannemers weten wat hen te doen staat en het globale groene licht voor de uitvoering van Oosterweel is een feit. Toch zal het de komende tien jaar ongetwijfeld nog pittig en met momenten erg uitdagend worden. De ingrijpende werken diep in de ondergrond brengen mogelijks onzichtbare problemen aan het licht. Onstabiele lagen waar dragende structuren moeten komen, bijvoorbeeld. “Dat brengt bepaalde risico’s met zich mee, maar we gaan uiteraard omzichtig te werk. We hebben stuk voor stuk aannemers gekozen met tonnen ervaring. Ze kennen hun vak door en door. Duikt er toch een probleem op, dan zoeken we samen naar een efficiënte en doortastende oplossing.”
BELANGRIJKE IMPULS VOOR DE SECTOR
Het startschot voor de verdere uitrol van Oosterweel draagt de komende jaren ongetwijfeld bij tot het Vlaams herstelplan. Naast een rechtstreekse economische injectie in de bouwsector en de creatie van extra jobs betekent het op termijn ook minder files en dus minder transportkosten. Het orderboek is hiermee niet enkel voor een paar maanden gevuld, wel voor jarenver. Tot 2030 om precies te zijn want tegen dan moeten de werken aan Oosterweel klaar zijn. “Deelprojecten die vroeger afgewerkt zijn, kunnen wel al eerder in gebruik genomen worden”, geeft Annik Dirkx mee. “De Scheldetunnel bijvoorbeeld. Die zullen we in 2027 al gedeeltelijk openen, voor het verkeer richting Nederland. We willen de hinder zoveel mogelijk beperken door de werken optimaal op elkaar af te stemmen en de werven goed te organiseren. Daarnaast moeten ook die graduele ingebruiknames de omwonenden en de bestuurders die er vaak passeren motiveren. We vragen veel van de omgeving, maar we geven er ook veel voor terug. Zeker eens Oosterweel helemaal gerealiseerd is.” De grote ingrepen om de mobiliteit te verbeteren hebben namelijk aandacht voor heel wat aspecten. Zo worden verouderde onderdelen van de infrastructuur meteen mee opgefrist en ontstaat er ruimte voor groen. Buiten de grenzen van de nieuwe omgevingsvergunning wordt trouwens al druk gewerkt. Op de E17, de E34 en Waaslandha ven-Oost zijn infrawerken in uitvoering via een aparte vergunning. Zo krijgt Waaslandhaven een volwaardig op- en afrittencomplex, komt er op Linkeroever onder meer een ecoduct en ruimt het oude asfalt plaats voor een geluidsarm type. “Die werken zijn op het eerste zicht minder ingrijpend, omdat ze meer op de bovengrond betrekking hebben, maar de planning is minstens even complex. Corona legde midden maart alles plots volledig stil. Drie weken vertraging met een impact op de globale planning. Toen we van minister Lydia Peeters opnieuw groen licht kregen, besloten we de werken op de E17 versneld uit te voeren. We maakten handig gebruik van de verkeersluwe periode door het telewerk en bogen de achterstand om in tijdswinst. Die werf is een jaar eerder klaar dan voorzien en dat geeft ruimte om andere timings bij te benen. Dat kan natuurlijk alleen als je partners hebt die constructief mee denken, zoals onze aannemerspoule”, aldus Dirkx.
NEC4-CONTRACT IN PRIMEUR
Lantis pioniert niet enkel met de omvang en de aard van Oosterweel. Ook praktisch kiest de bouwheer voor nieuwe insteken. Met zijn aannemers gaat Lantis NEC4-contracten aan, een nieuw soort contract dat ontstond in het Verenigd Koninkrijk. NEC staat voor New Engineering Contract. Annik Dirkx legt uit hoe het werkt. “Deze contracten zijn specifiek ontwikkeld voor complexe Britse infrastructuurprojecten. Wij zochten als bouwheer een contract dat het zowel voor ons als voor onze aannemers comfortabel werken maakt. Een systeem van gedeelde verantwoordelijkheid, zeg maar, om vertraging door discussies te voorkomen.” De basis is een transparante communicatie. Dreigt iets niet volgens plan te lopen – een onvoorziene meerkost bijvoorbeeld – dan wordt dat meteen opgemerkt en kan er naar een andere oplossing gezocht worden. Is een meerprijs onvermijdelijk, dan wordt die door alle partijen samen gedragen. “Het is de eerste keer dat NEC4-contracten op deze schaal buiten het Verenigd Koninkrijk gebruikt worden”, weet Annik. “Het vraagt om een andere manier van werken. We hebben er, samen met onze aannemers, al een leertraject op zitten om dat mogelijk te maken. Die contracten bestonden bijvoorbeeld ook enkel in het Engels. We hebben die dus moeten vertalen naar het Nederlands. Voor sommige termen en vaste uitdrukkingen is dat niet zo voor de hand liggend. Het was een zoektocht, maar we geloven in deze nieuwe vorm van samenwerken. De energie die er vooraf is ingegaan, is het sowieso waard. Het zal leiden tot een vlottere uitvoering want er zijn heel wat risico’s op vertragende procedures uitgesloten. We geloven dat we hiermee een nieuwe standaard kunnen zetten voor toekomstige grote infrastructuurwerken op Belgisch grondgebied.”
DE KRACHT VAN OPEN OVERLEG
De bezwarenperiode voor de verleende omgevingsvergunning is ondertussen afgelopen en er kwamen amper reacties van omwonenden of andere betrokken partijen. De sleutel tot dat succes? “Omgevingsmanagement en een goede dialoog met de buurt”, zegt Annik met volle overtuiging. Dat staaft ze meteen ook met een concreet voorbeeld: de kinderen van het Sint-Jozefsinstituut die met hun begeleiders op de Grote Markt ‘kampeerden’ op 20 juni 2008. Ze vroegen zo aandacht voor de overlast die de werken zouden veroorzaken voor de bewoners met ademhalingsproblemen. Lantis – toen nog BAM – koos niet voor een harde procedureslag, maar ging het gesprek aan. De school bleek op termijn te willen verhuizen naar een rustigere en veiligere omgeving. Lantis financierde een deeltje mee in de nieuwe huisvesting. De werken zullen zoals voorzien kunnen doorgaan, de medewerkers en bewoners van het instituut zijn tevreden en uiteindelijk kost het minder geld dan de maatregelen die Lantis zou moeten treffen om de school en de werf naast elkaar te laten bestaan “Zonder samen rond de tafel te gaan zitten, konden we dat nooit weten”, zegt Annik Dirkx. “Bouwheren en aannemers hebben nog vaak koudwatervrees op dat vlak. Ze durven die dialoog niet actief aangaan, omdat ze tegenstand vrezen. Met het traject van de afgelopen jaren tonen we aan dat dat helemaal niet nodig is. Integendeel. Een bewoner voor een voldongen feit zetten, lokt vaak meer weerstand uit dan in gesprek gaan over de gemaakte keuzes en vooral het waarom. Samen kom je soms tot nieuwe inzichten. En die maken een project aan het einde van de rit alleen maar waardevoller. Een ontwerp van deze omvang kunnen realiseren dat gedragen wordt door de buurt, stemt ons meer dan gelukkig. Samen met al onze bouwpartners hebben we er enorm veel zin in om verder aan de slag te gaan.” Ook nu de vergunning er is, zal die open communicatie cruciaal blijven. De uitvoering – en dus ook de onvermijdelijke hinder – duurt tien jaar. De uitdaging is om de omwonenden en belanghebbenden gedurende dat decennium mee te nemen in het verhaal. Ze moeten even door de zure appel bijten om daarna van een mooiere, aangename stad te genieten. Oosterweel zal het nieuwe gezicht van Antwerpen bepalen. Een stad met uitstraling, voor zijn inwoners, omwonenden en iedereen ver daarbuiten.
We zetten de verschillende deelwerven van Oosterweel even op een rijtje.
■ Linkeroever & Zwijndrecht Aannemer: Rinkoniên, een consortium van Artes Group, CIT Blaton, Mobilis en Stadsbader Budget: 400 miljoen euro (excl. leefbaarheidsprojecten) Timing: 2018-2025
■ Scheldetunnel Aannemer: COTU, een consortium van Besix, BAM Contractors, Deme en Jan De Nul Budget: 600 miljoen euro Timing: 2020-2027
■ Oosterweelknoop en renovatie Royerssluis Aannemer: Rinkoniên, een consortium van Artes Group, CIT Blaton, Mobilis, Boskalis en Stadsbader Budget: 500 miljoen euro Timing: 2021-2030
■ Kanaaltunnels en R1-Noord Aannemer: ROCO, een consortium van Bam Contractors, Besix, Cordeel, Deme, Denys, Franki Construct, Jan De Nul, Van Laere en Willemen Infra Budget: 2,3 miljard euro Timing: 2022-2030
■ Verkeers- en tunneltechnische installaties Aannemer: Engie Fabricom Budget: 500 miljoen euro Uitvoering en onderhoud
BAKSPRAY ALS GEHEIM INGREDIËNT
Dat ook infrastructuurwerken niet altijd rocket science zijn bewees de werf Spoorpassages, een van de voorbereidende werken op Rechteroever. De drie bestaande spoorbruggen over het Albertkanaal rustten er aan land op gewone bermen. Daaronder graven aan de nieuwe tunnels in het Albertkanaal zou een risico op verzakkingen betekenen. Dus besliste Lantis de bermen te vervangen door betonnen spoorwegbruggen Infrabel gaf de bouwheer en aannemer tijdssloten waarop er geen treinverkeer was om die werken uit te voeren. Snelheid was dan ook geboden. De bouwpartners zochten een ‘glijmiddel’ om de betonnen constructies op hun plaats te schuiven. Bakspray bleek het ideale middel. Een culinaire knipoog in een complex bouwproces.
STEVIGE STIMULANS VOOR VLAAMSE BOUWSECTOR
De Vlaamse Confederatie Bouw becijferde de impact van het Oosterweelproject voor het herstel van de Vlaamse bouwsector. De komende acht jaar genereert het project voor gemiddeld 500 miljoen euro per jaar aan uitvoeringsbudgetten. En ook de tewerkstelling vaart er duidelijk wel bij. Dat investeringstempo gaat gepaard met ruim 3.800 directe jobs in de bouwsector. Samen met het Vlaamse relanceplan wordt het dus een duidelijk hefboom voor de weg vooruit. (Bron: De Tijd/VCB)
(* volgens artikel in Tijd zou het aandeel van Bam Contractors ondertussen overgenomen zijn door de andere bouwpartners)
artikel uit Infra Magazine - hier downloadenwww.lantis.be© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer