Vanaf 1 april 2019 treden 2 belangrijke nieuwigheden in werking. Belangrijk indien u een beroep op leveranciers van stortklaar beton of op buitenlandse onderaannemers. Vanaf nu maakt de wetgever komaf met het vroegere "welles nietes"-spel rond de levering van stortklaar beton. Het vraagstuk of een betonlevering nu al dan niet een werk in onroerende staat betreft? En of deze betonlevering bijgevolg valt onder het toepassingsgebied 30bis, met inbegrip van de werfmelding, hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en/of fiscale schulden, inhoudingsplicht, ... wordt voor eens en voor altijd beantwoord met een "ja, het valt er onder".
Tot op heden stelden zich in praktijk vaak interpretatieproblemen. Die moesten dan opgelost worden aan de hand van een aantal vuistregels. Zo vormt het vervoer van beton zonder verwerking geen werk in onroerende staat, en de levering van beton zonder verwerking ook niet. Maar een levering die gepaard gaat met het storten of het pompen van stortklaar beton in een bekisting, vormt wél een werk in onroerende staat.
Met dit verleden maakt de wetgever dus komaf. Per 1 april vallen betonleveranciers altijd onder het toepassingsgebied van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden. Deze uitbreiding van het toepassingsgebied 30bis heeft overigens ook gevolgen voor de werfmelding 30bis, en bijgevolg ook voor de checkin@work.
Als u dus de aangifteplichtige bent in het kader van de werfmelding 30bis, neem dan ook uw betonleverancier correct op in de aangifte. Als het een werf betreft die valt onder de verplichte aanwezigheidsregistratie, waak er dan ook over dat de betonleverancier in uw eigen keten zijn registratieverplichting correct nakomt. Inderdaad, de werknemers van de ondernemingen die instaan voor de levering van (stortklaar) beton, zijn aan de aanwezigheidsregistratie onderworpen voor zover uiteraard voor de overeenkomst waarin dit werk wordt uitgevoerd, ook aanwezigheidsregistratie vereist is (werven > 500.000 EUR).
Maak zeker ook de nodige afspraken met uw onderaannemer - betonleverancier.
Men kan voor of tegen deze nieuwe wettelijke regeling zijn. Bouwunie onthoudt in elk geval dat de nieuwe regeling het voordeel heeft van de duidelijkheid en de uniformiteit.
Buitenlandse onderaannemers - Inhoudingsplicht voor sociale schulden
Artikel 30bis werd ook aangepast voor wat betreft het begrip schuldenaar ten aanzien van de RSZ en het Fonds voor Bestaanszekerheid. Vanaf heden is het wettelijk verankerd dat het ontbreken van een aangifte van PDOK-schulden gelijkstaat met een sociale schuld.
De inhoudingsplicht wordt op deze wijze afdwingbaar voor de buitenlandse ondernemingen die niet in orde zijn met de PDOK verplichtingen. Deze inhoudingsplicht is gebaseerd op het resultaat van een procedure die door de PDOK gevolgd wordt. Er wordt momenteel door de RSZ nog een databank voor de inhoudingsplicht van de PDOK-schulden uitgewerkt.
Bron: Bouwunie
© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer