Archeologisch onderzoek eenvoudiger, sneller en goedkoper vanaf januari 2017

Gepubliceerd op 11-01-2017 15:32

Voor u een bouwaanvraag kan indienen, moet u sinds 1 juli in bepaalde gevallen een vooronderzoek door een archeoloog laten uitvoeren. De verplichting werd ingevoerd om het archeologisch erfgoed beter te beschermen. De archeoloog schat in of de grond waarop u uw project wilt neerpoten archeologisch waardevol is, hoe er met eventuele archeologische resten wordt omgesprongen en of uw bouwplannen moeten worden aangepast. De bevindingen komen in een archeologienota, die bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning moet worden gevoegd. In de praktijk veroorzaakte de nieuwe verplichting heel wat problemen. Tal van projecten liepen een maandenlange vertraging op. Bovendien zijn de extra kosten voor de bouwheer hoog. Daarom besliste de Vlaamse regering op initiatief van minister-president Geert Bourgeois (N-VA), bevoegd voor Onroerend Erfgoed, de archeologienota bij te sturen. Tegen midden 2017 komt er een nieuwe evaluatie.

1 Wanneer is een archeologienota verplicht?

Een archeologienota kan verplicht zijn als u wilt bouwen of verbouwen op een beschermde archeologische site of in vastgestelde archeologische zones waar archeologisch erfgoed in de grond kan zitten. Onder meer 58 historische stadskernen in Vlaanderen zijn zulke archeologische zones. Daar moet voor alle kavels groter dan 300 vierkante meter een archeologienota worden opgesteld. In andere gebieden is de nota vereist als het perceel groter is dan 3.000 vierkante meter én het bouwproject meer dan 1.000 vierkante meter beslaat.

De Vlaamse overheid heeft een kaart opgesteld met gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt. Wie in de zones op de kaart bouwt of verbouwt, ontsnapt aan de opmaak van een archeologienota. In 2016 is die kaart drie keer vernieuwd. Ze telt nu 3.636 zones. In de toekomst zal die aanpassing tweemaandelijks gebeuren, waardoor de kaart sneller uitbreidt.

Via de website Geo.onroerenderfgoed.be kan u opzoeken of uw grond op een beschermde archeologische site ligt, in een vastgestelde archeologische zone of in een gebied waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt.

 

2 Wie stelt de archeologienota op?

U moet als bouwheer een erkend archeoloog aanstellen. Tot nu toe werd die altijd bijgestaan door een aardkundige, maar vanaf Nieuwjaar verandert dat. De tussenkomst van een aardkundige is dan alleen verplicht als zijn expertise noodzakelijk is. In alle andere situaties volstaat het een beroep te doen op een assistent-aardkundige. Die is niet noodzakelijk gediplomeerd in de aardwetenschappen, maar heeft wel kennis over bodemsoorten en sedimenten. Dat moet de snelle afhandeling van archeologienota's bevorderen.

 

3 Hoe wordt een archeologienota opgesteld?

Het vooronderzoek begint altijd met een bureaustudie van bestaande bronnen, waarna de archeoloog beslist of een vooronderzoek op het terrein nodig is. Dat is in eerste instantie een veldprospectie zonder graafwerken. Als het nodig blijkt, kan een vooronderzoek met graafwerken volgen, zoals het graven van proefsleuven.

Op basis van de resultaten van zijn onderzoek stelt de archeoloog de archeologienota op. Hij bepaalt de impact van de bouw op het archeologische erfgoed, als dat aanwezig is, en hoe de bouwheer daarmee moet omgaan.

Vanaf Nieuwjaar komt er een 'archeologienota light': een eenvoudige, beperkte nota die sneller kan worden opgemaakt en goedkoper is. In die afgeslankte versie moet de archeoloog bijvoorbeeld veel minder kaartmateriaal opnemen. De beperkte archeologienota kan dienen voor kavels waar geen archeologisch erfgoed aanwezig is, bodemingrepen geen negatieve impact veroorzaken of een opgraving niet tot nuttige informatie leidt.

Vervolgens wordt de archeologienota ingediend bij het Agentschap Onroerend Erfgoed. Dat kan de nota bekrachtigen of weigeren en er al dan niet voorwaarden aan koppelen. De dienst had tot nu toe 21 dagen de tijd om een beslissing te nemen. Een bouwheer kon dus op zijn vroegst drie weken later een bouwvergunning aanvragen. Om die wachttijden in te korten wordt het mogelijk om bij een vergunningsaanvraag een archeologische nota te voegen die nog niet is goedgekeurd, maar wel al bij het Agentschap Onroerend Erfgoed is ingediend.

Ook de goedkeuring verloopt intussen sneller. Sinds midden november beoordeelt het agentschap alleen de essentiële onderdelen van de archeologienota's. Het zal de nota bekrachtigen als het op drie vragen een positief antwoord kan geven. Is de door de archeoloog gemaakte inschatting van de archeologische waarde plausibel en voldoende gemotiveerd? Zijn de door de archeoloog voorgestelde maatregelen adequaat? En zijn die maatregelen begrijpelijk en uitvoerbaar?

 

4 Welke maatregelen kan een archeologienota bevatten?

De archeologienota kan adviseren welke maatregelen de bouwheer het best neemt. Maar die zijn heel divers en afhankelijk van de effectieve aanwezigheid van archeologische resten of sporen in de ondergrond en de mogelijkheid om die te bewaren zonder uw bouwwerken te verhinderen. Misschien kan u uw bouwplannen wat bijsturen, in andere gevallen zal een opgraving aangewezen zijn.

Bij het toekennen van de bouwvergunning kan een voorwaarde opgenomen zijn dat u de opgelegde maatregelen uit de archeologienota tijdens de werken moet uitvoeren.

 

5 Hoeveel kost een archeologienota?

Volgens het Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) bedraagt de factuur van de archeoloog 2.500 tot 3.000 euro. Voor grotere projecten kan het prijskaartje oplopen. De bouwheer moet die kosten dragen. De archeologienota light en de tussenkomst van een assistent-aardkundige moeten de factuur drukken.

 

6 Kan ik een premie krijgen?

Niet voor het verplichte archeologisch vooronderzoek, maar wel voor de kosten van opgravingen die opgelegd worden. Tot nu toe was die 'premie voor buitensporige opsporingskosten' geplafonneerd op 40.000 euro, maar dat plafond wordt geschrapt.

De tegemoetkoming is er voor particulieren en voor kleinschalige ondernemingen, maar niet voor bijvoorbeeld projectontwikkelaars. U kan een aanvraagformulier voor de premie indienen zodra het archeologierapport is ingediend bij het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het premiebedrag wordt volgens een specifieke formule berekend. U betaalt sowieso wel een franchise van 1.500 euro.

 

7 Wat als op de werf vondsten worden gedaan waarvan de archeologienota geen melding maakte?

Onverwachte archeologische vondsten - toevalsvondsten - tijdens het bouwproces moet u verplicht melden. Dat moet binnen drie dagen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed, via een vondstmeldingsformulier. Vondsten niet aangeven is strafbaar. Archeologen komen dan ter plaatse om de vondst te onderzoeken. Dat onderzoek is gratis.

(bron: Tijd dd 24/12/2016)

www.tijd.be/nieuws/archief/Archeologisch_onderzoek_voor_ver_bouwers_wordt_eenvoudiger.9845686www.onroerenderfgoed.be/nl/de-archeologieregelgeving-een-overzicht/