Even het geheugen opfrissen: in 2013 moest er een oplossing komen voor het dossier van de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden. Door de specifieke situatie van de bouwsector kwam er een uitzonderingsregime voor de bouw met lagere opzegtermijnen voor arbeiders die op een bouwplaats werken. De regering had immers goed begrepen dat het behoud van het vast contract in de bouw op het spel stond.
Wat vaak wordt vergeten is dat het contract van onbepaalde duur nog steeds de norm is in de bouw: ondanks de dalende tewerkstelling zijn er nog altijd 203.900 werknemers met een vast contract werkzaam in de sector. En dat terwijl bouwwerven per definitie activiteiten zijn van bepaalde duur. Door de korte opzegtermijnen in de sector heeft de werkgever geen schrik om zich op de lange termijn te engageren.
Maar heel dat systeem staat de laatste tijd zwaar onder druk. Er bestaan immers alternatieve arbeidsvormen van bepaalde duur: interimarbeid, onderaanneming, detachering van buitenlandse arbeidskrachten enzovoort. Vooral de toestroom van goedkope buitenlandse arbeiders heeft ervoor gezorgd dat er in de bouw de afgelopen drie jaar al meer dan 17.000 jobs (lees: Belgische werknemers met een vast contract) verloren gingen.
Robert de Mûelenaere: “In deze context is de beslissing van het Hof een zware domper voor onze sector. Het is nu aan de regering om een oplossing te vinden voor het probleem.”
(bron: Confederatie Bouw)
© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer