Dat de opbrengsten uit de kilometerheffing moeten terugvloeien naar de weginfrastructuur, was trouwens een van de besluiten van het voorafgaandelijk overleg met de sectoren. Daarbij werd duidelijk gesteld dat de opbrengsten moeten gaan naar ‘het sneller realiseren van missing links, het verder zetten van de inhaaloperatie op het vlak van (structureel) wegonderhoud en investeringen in een vlottere doorstroming via verkeerstelematica.” Op al deze terreinen zijn de investeringsbehoeften groot en van groot economisch belang.
De VCB ontkent evenwel dat de 100 miljoen euro die via de kilometerheffing naar werken zullen gaan, het beschikbare investeringsbudget voor wegeninfrastructuur met een even groot bedrag zal doen toenemen. De voorbije jaren kreeg het agentschap Wegen en Verkeer jaarlijks 100 miljoen euro uit het FFEU (Fonds voor Eenmalige Investeringsuitgaven) voor de aanpak van gevaarlijke verkeerspunten. Maar de nieuwe regering heeft intussen beslist om de FFEU-middelen grotendeels voor andere investeringen in te zetten, onder meer voor de nieuwe sluis te Terneuzen. De inkomsten uit de kilometerheffing betekenen op Vlaams niveau voor de wegenbouw niet veel meer dan een status quo.
Bovendien zijn de 100 miljoen euro uit de kilometerheffing voor wegenwerken onvoldoende om de fors dalende mobiliteitsinvesteringen van de gemeentelijke overheden te compenseren. Volgens de vooruitzichten in het kader van de beheers- en beleidscyclus van de gemeenten zullen de gemeentelijke investeringen in mobiliteit dalen van 811 miljoen euro in 2014 tot 747 miljoen euro in 2015 en 688 miljoen euro in 2016. Dit komt neer op een daling met 123 miljoen euro in twee jaar tijd.
www.vcb.be© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer