Nieuw BENOR-merk voor producten voor (spoor)weginfrastructuur

Gepubliceerd op 24-03-2015 08:30
Onlangs werd door de bevoegde instanties van PROBETON groen licht gegeven voor het invoeren van het BENOR-merk op basis van PTV en TR 107 en PTV en TR 108, respectievelijk voor de betonnen kabelbeschermers, kabelsleuven en deksels en voor de betonnen grachtelementen en taludgoten.
Bron foto: Bovin BetonBron foto: Bovin Beton

Kabelbeschermers, kabelsleuven en deksels worden vrijwel uitsluitend gebruikt voor spoorweginfrastructuur. Daarom werd INFRABEL, de grootste beheerder van spoorweginfrastructuur in België en grootste gebruiker van deze elementen, nauw betrokken bij het opstellen van de PTV 107 en het TR 107.

De spoorwegen gebruiken ook grachtelementen, maar aangezien de gewesten betonnen grachtelementen en taludgoten ook veelvuldig toepassen in de weginfrastructuur, werden bij het uitwerken van PTV 108 en TR 108, naast de lastenboeken van INFRABEL, ook de besteksbepalingen van de gewesten mee in beschouwing genomen.

Vroeger konden deze producten reeds onder het BENOR-merk gecertificeerd worden louter op basis van de PTV 100 en het ATR 100. Deze algemene voorschriften houden echter geen rekening met de specifieke eisen van de spoorwegbeheerder of de maat- en vormkenmerken uit de bestekken van de gewesten.

Met de nieuwe documenten is het BENOR-merk voor deze producten echt afgestemd op de eisen van de voorschrijvers.

In PTV 107 en PTV 108 worden specifieke eisen gesteld met betrekking tot o.a. de maatregelen tegen de alkali-silicareactie, de schikking van de wapeningen, de geometrische kenmerken waaronder de fabricagematen, maatafwijkingen en vormkenmerken, de toepasselijke milieu- en omgevingsklasse, de mechanische sterkte en de stabiliteit (van de grachtelementen en taludgoten), de te verstrekken inlichtingen en de markering.

In de toepassingsreglementen TR 107 en TR 108 wordt een onderscheid gemaakt tussen de standaardelementen die overeenkomen met de modellen die door de spoorwegen worden gebruikt en de types die opgenomen zijn in de bestekken van de gewesten, de fabrieksstandaardelementen, waarvan de kenmerken vastgelegd worden door de fabrikant, en de maatwerkelementen, waarvan de kenmerken vastgelegd worden door de afnemer. Verder wordt in het kader van de identificatie de aanduiding ‘AR’ ingevoerd voor producten waarvan het alkaligehalte van het beton voldoet aan de eisen van de PTV.

INFRABEL heeft altijd vertrouwd op het BENOR-merk, maar voert net zoals andere grote afnemers zelf kwaliteitscontroles uit voor producten waarvoor het BENOR-merk niet in voege is. Dit leidt soms tot een overmaat aan keuringen in de fabriek.

Het afstemmen van het BENOR-merk op de behoeften van een grote opdrachtgever als INFRABEL zal ongetwijfeld de efficiëntie van de kwaliteitscontroles in de fabrieken verbeteren en alle partijen hebben daar baat bij: de opdrachtgever, de fabrikant , de afnemer en PROBETON.

Fabrikanten die deze producten vervaardigden onder het BENOR-merk voor het productnr. 100 beschikken over een overgangsperiode van 4 maanden om over te schakelen naar het productnr. 107 en/of 108. Andere geïnteresseerde fabrikanten worden verzocht een formele aanvraag in te dienen bij PROBETON.

Vanaf nu kunnen deze producten in de lastenboeken voorgeschreven worden op basis van de nieuwe PTV.

 

Bron:

www.probeton.be