De voordelen?
Deze totaaloplossing zal de waterhuishouding rondom de woning veranderen, zonder te raken aan het uitzicht van de moderne tuin. Die wordt vandaag in kamers ingericht, van onverharde zones met gras en grind tot verharde zones in kleiklinkers en blauwe steen. Het water dat op de grotere verharde zones valt, laten we niet zomaar in het gazon lopen. Het vervolg laat zich al raden, een onbeloopbare modderpoel die zelfs de fundering van het terras kan schaden. En we houden nu éénmaal vast aan luxe. Architecten laten de living gewoon doorlopen in het terras, zonder drempels, iets waar mensen met een fysieke beperking jaren naar gestreefd hebben. Gootjes vangen de slagregen op. Voortaan gaat die regen dan ondergronds infiltreren, in de eigen tuin, dat is de evolutie. ACO is niet zo voor de revolutionaire theorie die zegt dat men water gewoon aan de oppervlakte moet laten lopen. De tuin zou dan meer in reliëf moeten aangelegd worden, of zelfs met WADI’s ... kleine open vijvertjes. Wat voor een gevaar is dat niet voor kleine kinderen? En bouwpercelen worden steeds kleiner, moeten we dat beetje egale gras dan opgeven? Dankzij dit concept zal infiltratie snel aanvaard worden, dus de overheid haalt er voordeel uit. De voordelen voor architect en particulier zijn duidelijk. En het systeem maakt infiltratie ook voor alle betrokken aannemers makkelijk. In België wordt een huis vaak in fasen gezet. De aannemer ruwbouw legt een infiltratiesysteem achter de regenwaterput aan de straatkant. In de tuin achteraan legt de tuinaannemer jaren later dan weer een lijn waarop het tuinhuis en het terras aangesloten worden. Elkeen is voor zijn bouwfase verantwoordelijk, zo biedt het eenvoud en gemak naar dimensionering. Zelfs een leek kan dit systeem inbouwen, eenvoud draagt het concept. Je kan ook kiezen voor een alternatief systeem met kratten, maar dan heb je een gedoe met een bredere kratopbouw en met de omwikkeling van geotextielen. De plaatsingskost via een aannemer is dus veel duurder en met de infiltratieblokken staat de tuin niet op zijn kop. Zeker bij renovatie of aanbouw is dat een groot voordeel.
Hoe werkt het systeem precies?
Simpel. Laat standleidingen komend van daken van aanbouwen, carports en tuinhuizen de grond ingaan en sluit ze aan op infiltratieblokken. Al het water gaat eerst door een inspectieschacht, de fijne mazen van de vuilvangmand houden er bladeren en andere vuiltjes tegen. Het water gaat door de geperforeerde buis en wordt opgenomen door de speciaal ontwikkelde rotswol, die het langzaam vrijgeeft aan de ondergrond. Alles ligt discreet weggewerkt en de inspectieschacht is snel toegankelijk.
1 tot 2 x per jaar nazicht doen met een eventuele reiniging van de mand, meer vraagt het niet. Ook de overloop van de verplichte regenwaterput voor het centrale dak kan je erop aansluiten. Als die op een andere plaats ligt, dan leg je daar gewoon een andere infiltratielijn. Grote verharde oppervlakten sluit je er ook op aan. Terrassen kuis je dan wel met ecologische producten.
Concrete case te Holsbeek: ‘Zuiver een praktische keuze, een noodzaak zelfs!’
De bewoners hebben een nieuwe veranda aan het huis gezet. Het water komend van het dak van 32 m² moet volgens de wet eigenlijk niet verplicht in de tuin infiltreren. Het is dus een praktische overweging, een noodzaak zelfs. Hier achteraan in de tuin ligt geen aansluiting naar de regenwaterput of de riolering. Stel je eens voor dat je buizen moet gaan trekken tot aan de straatkant, door of rond de woning ... Veel breekwerk en het gevraagde verval in de buizen is technisch niet makkelijk te leggen. De kost zou oplopen. We zitten hier op de buiten, maar in oude stadskernen met rijhuizen is zo’n situatie ook al geen uitzondering. De verandabouwer had mee gezocht naar een oplossing en stelde voor het water te verzamelen in een regenwaterput ter hergebruik voor de tuin. Maar in de winter sproei je de tuin niet, de put zou snel overlopen. Je kan onze blokken ook achter zo’n regenwaterput leggen en de overloop erop aansluiten, maar de bouwheer herbruikt al water van het centrale dak. Een extra regenwaterput vraagt nog eens een investering, niet alleen voor de put maar ook naar leidingen en pompsysteem. En het water gewoon vanuit de standleiding op de oppervlakte laten lopen, of een ton zetten die overloopt, dat is niet meer van deze tijd.
Hoeveel blokken nodig?
1 blok heeft een buffercapaciteit van 112,8 liter en een systeem dient gedimensioneerd op 25 liter per aangesloten m². Dat zegt de wet. Voor een dakoppervlak van 100 m² bijvoorbeeld zou je in wezen dan een buffercapaciteit van 2500 liter moeten voorzien. We rekenen horizontaal en volgen aldus de contouren van de woning, ook bij een puntdak. Je mag evenwel 1500 liter in mindering brengen omdat er de verplichte regenwaterput van 5000 liter voor ligt, voor hergebruik. Bij onze case zonder put rekenen we 90 m² oppervlakte. Bij de 32 m² van de veranda brengen we de maximale grootte van het terras in rekenschap, zijnde 58 m². Al wordt er binnen 2 of 3 jaar slechts 40 m² gelegd, dan is de voorziening er reeds en overdimensioneren is geen probleem. We hebben 20 blokken nodig. We kunnen die in 2 lijnen naast mekaar leggen, met 2 meter afstand ertussen, maar hier is de tuin voldoende diep. Dus alles ligt in 1 lijn.
Deze case werd uitgewerkt door Aco.
Voor meer info en foto's:
www.acogarden.be/nl/product/infiltration-lineMeer foto's op onze facebookpagina: klik hier© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer