Minister Peeters lanceert vervanging- en renovatieprogramma “OverBruggen”. Bouworganisaties Embuild Vlaanderen en Bouwunie reageren.
Vlaanderen telt heel wat bruggen en tunnels die dateren van de jaren ‘60 en ‘70 en inmiddels sterk verouderd zijn. Omdat voor Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters de veiligheid absoluut primeert, maakt ze deze legislatuur een grote inhaalbeweging in het herstellen en vervangen van de zogenaamde kunstwerken.
“Om die achterstand efficiënt weg te werken, volgen we een plan van aanpak 2020-2030 waarvoor deze legislatuur een bedrag van 1,6 miljard euro wordt uitgetrokken om te voorzien in renovatie, onderhoud en modernisering”, aldus minister Peeters. Om een versnelling hoger te schakelen lanceert minister Peeters het vervanging- en renovatieprogramma ‘OverBruggen’ die o.a. via een publiek-private samenwerking (PPS) op grote schaal een reeks bruggen aanpakt. Deze publiek-private samenwerking werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. “Deze wordt nu in de markt geplaatst en het is ons opzet om in deze PPS één hoofdaannemer te selecteren die 49 bruggen gaat ontwerpen, vervangen of vernieuwen. Het gaat om een totaalinvestering van 300 miljoen euro.”
Op initiatief van Vlaams minister Peeters is er begin deze legislatuur een versnelling ingezet voor het herstellen en vernieuwen van de kunstwerken (o.a. onze bruggen, tunnels,…) in Vlaanderen. Er is een ouderdomspiek die ervoor zorgt dat een aantal bruggen op korte termijn volledig vernieuwd moet worden. Minister Peeters zet hierbij in op parallelle sporen. Eerst en vooral via reguliere aanbestedingen voor het renoveren en vernieuwen van bruggen. Ten tweede werden de middelen voor onderhoud opgetrokken. Tot slot komt daar nu een publiek-private samenwerking (PPS) bij waarbij een groot aantal bruggen in één pakket vernieuwd of vervangen worden door één hoofdaannemer.
“Onze infrastructuur moet efficiënt en optimaal beheerd en onderhouden worden. De erfenis uit het verleden is er een met een grote achterstand en kunstwerken die zich in slechte staat bevinden. De uitdagingen zijn bijzonder groot en vergen een gelijktijdige inzet van mensen en middelen. Binnen ons vervanging- en renovatieprogramma ‘OverBruggen’ kennen veiligheid en betrouwbaarheid een absolute prioriteit. Het is dan ook noodzakelijk om een grote en optimale inhaalbeweging te maken. Gezien de logistieke complexiteit van de opdracht kiezen wij voor deze grootschalige PPS-opdracht waarbij we 49 bruggen in Toestand 4 samen aanpakken. Een primeur in Vlaanderen. Door het onderhoud op lange termijn bij de aannemer onder te brengen verzekeren we ons ook van een kwalitatieve en duurzame uitvoering”, zegt minister Peeters.
PPS-projecten bieden hefboom om historische achterstand weg te werken
Embuild Vlaanderen zet mee zijn schouders onder het initiatief van Vlaams minister van Mobiliteit, Lydia Peeters, om met behulp van publiek-private samenwerking (PPS) de verouderde infrastructuur versneld te vernieuwen. Met de voorziene 1,6 miljard euro doet de Vlaamse regering een fikse inspanning, maar in de volgende legislaturen is een veelvoud nodig om enerzijds de historische achterstand verder weg te werken en anderzijds de nieuwe duurzaamheidsvereisten in te vullen. Bovendien vervangen investeringen in duurzaamheid niet de ‘klassieke investeringen’ in onderhoud en vervanging. Het gaat om een dubbele investeringsgolf.
Uit een studie* van het departement Mobiliteit en Openbare Werken blijkt dat het bedrag voor investeringen en onderhoud aanzienlijk dient te worden opgetrokken. Er is een jaarlijks totaal operationeel budget van 660 miljoen euro nodig (voor reguliere onderhoudsactiviteiten) om de historische achterstand op peil te brengen. Daarbovenop is nog een eenmalig investeringsbudget vereist van 8,48 miljard euro (voor structureel onderhoud en vervangingen).
Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de noodzakelijke verduurzaming van de mobiliteitsinfrastructuur zoals ontharding, groenvoorziening, waterrobuuste ingrepen, veilige fietsinfrastructuur enz. Volgens Embuild Vlaanderen is verder studiewerk vereist om de reikwijdte van die investeringsoperatie na te gaan.
Inhaalbeweging dankzij PPS
Met de lancering van PPS-projecten voor infrastructuur is Vlaanderen niet aan zijn proefstuk toe. Ook bij de aanleg van de A11 in Brugge en de verhoging van de bruggen over het Albertkanaal ging het om publiek-private samenwerking. Bij een PPS doet de aanbestedende overheid een beroep op de expertise en creativiteit van private partners om het project te realiseren van ontwerp, financiering en ontwikkeling tot onderhoud en uitbating. “Niet alleen blijft het kostenplaatje onder controle, ook blijven de infrastructuurwerken up-to-date dankzij tijdig en zorgvuldig onderhoud”, aldus Marc Dillen.
“Bij een PPS engageren publieke en private partijen zich voor een lange tijd om gezamenlijk een project te realiseren en hierbij meerwaarde voor de samenleving te genereren. PPS-projecten gaan vaak gepaard met lijvige contracten die de spelregels van de samenwerking en de risicoverdeling op een heldere en concrete manier trachten vast te leggen. Want van meet af aan goede afspraken en een transparant kader tussen alle partners zijn essentieel om vertrouwen te bewaren, risico’s te reduceren en optimaal resultaat te behalen. Daarom werden een aantal principes samen met de Vlaamse overheid in een charter** gegoten om de samenwerking tussen publieke opdrachtgevers en private opdrachtnemers bij PPS-projecten te bevorderen”, aldus Marc Dillen.
Niet toegankelijk voor kmo's
De Vlaamse overheid lanceert de oproep voor een publiek-private samenwerking (PPS) om 1.700 bruggen aan te pakken. "Natuurlijk is het een goede zaak dat onze Vlaamse Overheid investeert in onze infrastructuur. Wel is het bijzonder jammer dat onze Vlaamse kmo's bij voorbaat uit de boot vallen. Nochtans was het net een speerpunt in het beleidsplan van deze Vlaamse regering om kmo's alle kansen te geven en doet ze inspanningen. Dat maakt het des te meer een gemiste kans", zegt Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens. Bouwunie hekelt het feit dat het project nagenoeg op maat van grote consortiums is geschreven. Nochtans hebben we een aantal straffe Vlaamse kmo's die alle expertise in huis hebben. Bouwunie had eerder dit jaar hierover overleg met bevoegd minister Peeters. De bouworganisatie herinnert de minister aan haar belofte om bij opdrachten blijvend rekening te houden met kmo's.
Kmo’s zijn flexibel, hebben een persoonlijk aanspreekpunt, spelen kort op de bal en zijn lokaal verankerd. Voor overheden speelt dat alleen maar in hun voordeel. Grote opdrachten opsplitsen in percelen is de belangrijkste manier om ze toegankelijk te maken voor kmo’s. Opdrachten actueel en realistisch budgetteren is een tweede. Ook informatiesessies om potentiële aannemers warm te maken om in te tekenen kan helpen. Vandaag vragen overheden naast de erkenning ook nog bijkomende selectiecriteria (bv. hoge omzetcijfers), die ervoor zorgen dat kmo’s al bij voorbaat afvallen. Bouwunie gelooft dat in de meeste gevallen een erkenning moet volstaan. Ten slotte roept de organisatie overheden op om laattijdige betalingen te vermijden. Die doen de liquiditeit van bouwbedrijven dalen, waardoor ze zelf in financieel moeilijke papieren komen.
Overzicht met bruggen die aangepakt worden via de PPS-clusterhttps://www.embuildvlaanderen.be/press-room/infrastructuur-vereist-veelvoud-budget/https://www.bouwunie.be/nl/news/overheidsopdrachtenbruggen© 2000 - 2024 Wegenbouw.be | Disclaimer